Op zondag 6 oktober 2019 komen we bij elkaar voor de start van alweer het negende seizoen van Zin-in-Zondag! Het thema is deze keer ‘Verhalen van de straat’ en Annemarie van der Vegt is, als pastor in de dak- en thuislozenopvang van de ‘Open Hof’ in Groningen, onze gastspreker.
Tijdens de thee en koffie kunnen we luisteren naar pianospel van Anne Mak, waarna Bert Altena iedereen welkom heet en de gasten introduceert, speciaal ook Marsha Boes, die dit seizoen de creatieve afsluiting zal verzorgen met een toepasselijk, door haarzelf geschreven lied.


Marianne Vanderveen leest als opening haar Nederlandse vertaling voor van het lied ‘Streets of London’ van Ralph McTell.

Annemarie vertelt over het werk in de ‘Open Hof’ en het belang ervan voor de lokale dak- en thuislozen. Ze is pastor bij de Open Hof, een diaconaal-pastoraal centrum in Groningen. De Open Hof werd 40 jaar geleden opgericht en is een dagopvang voor mensen die geen huis of thuis hebben, gerund door vier à vijf beroepskrachten en zo’n 90 vrijwilligers.
Sommige (t)huislozen blijken buitenslapers te zijn; niet meer van hulpverlening afhankelijk zijn is voor hen een manier om hun waardigheid hoog te houden. De Open Hof is een plek waar dak- en thuislozen twee keer per dag (’s ochtends en ’s avonds) een korte tijd naartoe kunnen. Er wordt koffie verstrekt en tweedehands kleding. Sinds een tijdje wordt er als avondmaaltijd weer échte soep gekookt, zodat de mensen iets warms kunnen eten. Daklozen kunnen de Open Hof als hun eigen postadres opgeven, waardoor zij een uitkering kunnen aanvragen.
De mensen die bij De Open Hof komen, hebben ‘multiproblematiek’ en leven soms al tientallen jaren op straat. Zij hebben als kind of volwassene trauma’s en pijn opgelopen, en nooit de rust en aandacht gekregen om te komen tot een goede verwerking daarvan. Vanuit de behoefte die pijn te verlichten, ontstaan vaak verslavingen, soms al bij heel jonge kinderen, die als ‘hulpjes’ worden ingeschakeld voor kleine beloningen en die zo het gevoel krijgen eindelijk ergens bij te horen. Wanneer dit maar lang genoeg duurt, weet een mens bijna niet meer hoe het anders kan. Een houding van verzet en onrust is dan ook meestal een uiting van pijn, die bij het vrijwel ontbreken van een sociaal vangnet geen gezonde uitweg kan vinden.


In onze huidige tijd komen er nieuwe stromen van daklozen:
* Mensen die tussen wal en schip vallen door ontslag of scheiding: wanneer men het huis niet meer kan betalen en de schulden laat oplopen, kan het snel misgaan. Mensen die op latere leeftijd dakloos worden, hebben vaak een groter sociaal vangnet, en daarmee een grotere kans om problemen op te lossen.
* Uitgeprocedeerde vluchtelingen: deze mensen kunnen nergens meer heen, spreken een andere taal, en hebben vaak veel trauma (wat tot verslaving kan leiden).
* Transgenders en homoseksuelen: het niet geaccepteerd worden in de eigen kring kan allerlei problemen veroorzaken, die uiteindelijk tot dakloosheid kunnen leiden.

Annemarie citeert iemand die heeft gezegd: ‘Daklozenzorg is uitgestelde jeugdzorg’, daarmee verwijzend naar de onderliggende problematiek die vaak uit de kindertijd stamt. De Open Hof is er niet om dergelijke problemen op te lossen en wil geen hulpverlener zijn, maar probeert een warme plek en een luisterend oor te bieden voor hen die weliswaar even binnenkomen, maar toch altijd weer weg moeten. Daarmee voelt een dakloze voelt zich vaak een ‘buitenmens’, die als het regent de hele dag in zijn natte koude kleren buiten moet blijven rondlopen en door het raam naar binnen kijkt bij de ‘binnenmens’, die zich kan opwarmen en droge kleren kan aantrekken.

Ondanks alle goede intenties zijn de voorzieningen voor dak- en thuislozen beroerd. Regelingen sluiten slecht op elkaar aan en zijn soms onderling tegenstrijdig. De stad Groningen staat gunstig bekend om zijn ruimere sociale voorzieningen. Dit heeft echter een landelijke aanzuigende werking, wat tot tekort aan opvangcapaciteit leidt.
Annemarie vestigt de aandacht op het feit dat dakloosheid niet je functie of identiteit is, maar iets wat je overkomt, iets wat iedereen kan overkomen, en wat je aan de buitenkant van een mens niet kunt aflezen. Mensen op straat houden vaak alleen nog hun voornaam over; hun sociale positie en functie, aspecten die in een mensenleven voor een bepaalde status zorgen, zijn verdwenen en kwaliteiten en talenten worden ‘onzichtbaar’. Aan de nieuwe status als dak- of thuisloze is vervolgens veel stigma verbonden en er wordt vaak gedacht dat de situatie ‘eigen schuld’ is.
Er bestaat een youtube filmpje waarin de wereldberoemde violist Joshua Bell speelt in een metrostation; voorbijgangers herkennen hem niet als succesvol violist en denken met een dakloze straatmuzikant van doen te hebben. Iedereen loopt hem voorbij, op één mevrouw na, maar die herkent hem van het concert dat de avond ervoor gaf in Carnegie Hall. Ook zij gaat af op de beroemde status, niet op die als straatmuzikant. Zie hier: https://www.youtube.com/watch?v=LZeSZFYCNRw

We buigen ons gezamenlijk over een aantal foto’s van mensen, met de vraag van Annemarie: wie van hen is dakloos? Het blijkt niet mee te vallen de juiste conclusies te trekken; ook toegevoegde, maar niet bij iedereen bekende beroemdheden blijken soms als dakloze te worden gekwalificeerd!

De Open Hof hanteert tien gedragsregels:

  1. Agressief gedrag wordt niet getolereerd.
  2. Er mag niet gedeald en gebruikt worden in het gebouw.
  3. Men moet rekening met elkaar houden en de instructies van de vrijwilligers opvolgen.
  4. Discriminatie en intimidatie worden niet getolereerd.
  5. Mensen moeten het pasje van Open Hof kunnen laten zien.
  6. Men moet rekening houden met omwonenden.
  7. Bezoekers mogen één keer naar binnen tijdens de openingstijd (niet erin en eruit).
  8. De Open Hof neemt geen spullen in bewaring.
  9. Huisdieren worden niet toegelaten
  10. Er mogen niet meerdere personen tegelijk op het toilet.

Deze regels worden in het algemeen heel goed nageleefd en men spreekt elkaar erop aan. Dit is de manier waarop men voor anderen én voor zichzelf deze plek veilig kan houden.


Na Annemaries verhaal luisteren we naar Kees Richters, die een gedicht zingt van Geerten Gossaert over een zoon die afscheid neemt van zijn familie en na jaren berooid terugkeert; Kees noemt hem niet de verloren, maar de gevonden zoon.
Aansluitend komen er nog wat vragen uit de zaal, onder andere wat het met Annemarie zelf doet, het contact met deze groep mensen. Annemarie omschrijft het mooi: ‘We hebben een verslavende doelgroep.’ Mensen die in deze situatie zitten hebben, niet veel meer te verliezen en geven daarom veel.
Naar aanleiding van andere vragen benoemt Annemarie nog het Leger des Heils als alternatieve plek om heen te gaan, de viering die op zondag wordt gehouden (met gelegenheid om met elkaar in gesprek te gaan), de noodzaak voor werkers in de Open Hof om goed te reflecteren op wat ze meemaken, en te beseffen dat men niet de hele wereld kan dragen, maar wel in gesprek kan gaan.
Er zitten een paar ervaringsdeskundigen in de zaal die aangeven soms van het kastje naar de muur te worden gestuurd en te verdwalen in de tegenstrijdige regelgeving. Annemarie bevestigt deze ervaringen en is blij dat de aanwezigen erover vertellen, zodat de verhalen worden gehoord!
Marsha Boes sluit de bijeenkomst af met een zelfgeschreven Drents lied: ‘Een stukkie blauw’. Er kan van alles misgaan in het leven, maar er zal altijd ergens weer een stukje blauwe lucht zijn.

 

 

 

 

 

 

 

Bert Altena bedankt voor ieders aanwezigheid en inbreng.
Sinds kort is er een Facebookpagina Zin-in-Zondag actief, waarop ook berichten zullen worden geplaatst.
De volgende Zin-in-Zondagbijeenkomst is op 1 december en dan zal Gabriël Vriens de gast zijn, met als thema ‘Een muzikale reis’.

4 reacties

  1. beheerder

    Dank voor je reactie, Rik!
    Overigens vind ik zelf dat vers 11/12 wel wat problematisch; mogen we alleen aanwezig zijn (op straffe van totale exclusie) als we aan kledingvoorschriften voldoen…? Goede mensen zonder bruiloftskleren, slechte mensen mét bruiloftskleren… hoe moeten we iedereen categoriseren? Wat betekent dat eigenlijk, ‘goed’ en ‘slecht’, in het kader van het kwalificeren van mensen? Veel vragen… 😉

    • Rik van Dijk

      Ook ik vind het een lastige tekst, en de diepte ervan is moeilijk te begrijpen.
      Maar ik zou zeggen met het oordeel dat men oordeelt, oordeelt men zichzelf?
      Gods oordeel is/zal rechtvaardig zijn en ieder krijgt precies wat ie verdient?
      Ik wilde eigenlijk ermee aangeven dat soms de eersten de laatsten zijn..
      En wij kijken naar het uiterlijk, God naar het hart.
      Groet, Rik.

  2. Rik van Dijk

    waarom is mijn reactie verwijderd?

  3. Rik van Dijk

    Goede bijeenkomst, fijne spreekster. Een onderwerp met vele gezichten.
    Bedankt ook voor deze samenvatting en foto’s.
    “Zonder huis, nergens thuis kijkt men door de ramen en ziet men (gezellig) Nederland zitten voor de buis. Of is het abuis, en kuis zonder luis ?”
    (naar Mattheus 22:1-14)
    De koninklijke bruiloft
    1En Jezus antwoordde en sprak opnieuw tot hen door gelijkenissen, en zei
    2Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een zeker koning die voor zijn zoon een bruiloft bereid had,
    3en hij stuurde zijn dienaren eropuit om de genodigden voor de bruiloft te roepen. Maar zij wilden niet komen.
    4Opnieuw stuurde hij dienaren eropuit, andere, en hij zei: Zeg tegen de genodigden: Zie, ik heb mijn middagmaal gereedgemaakt; mijn ossen en de gemeste dieren zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed. Kom naar de bruiloft.
    5Maar zij sloegen er geen acht op en gingen weg, de één naar zijn akker, de ander naar zijn zaken.
    6En de anderen grepen zijn dienaren, behandelden hen smadelijk en doodden hen.
    7Toen de koning dat hoorde, werd hij boos. En hij stuurde zijn legers, bracht die moordenaars om en stak hun stad in brand.
    8Toen zei hij tegen zijn dienaren: De bruiloft is wel bereid, maar de genodigden waren het niet waard.
    9Ga daarom naar de kruispunten van de landwegen en nodig er voor de bruiloft zovelen uit als u er maar zult vinden.
    10En die dienaren gingen naar de wegen, verzamelden allen die zij vonden, zowel slechte als goede mensen; en de bruiloftszaal werd gevuld met gasten.
    11Toen de koning naar binnen was gegaan om de gasten te overzien, zag hij daar iemand die niet gekleed was in bruiloftskleding.
    12En hij zei tegen hem: Vriend, hoe bent u hier binnengekomen terwijl u geen bruiloftskleding aan hebt? En hij zweeg.
    13Toen zei de koning tegen de dienaars: Bind hem aan handen en voeten, neem hem mee en werp hem uit in de buitenste duisternis;
    daar zal gejammer zijn en tandengeknars.
    14Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.
Verplichte velden:*