Op zondag 2 oktober kwamen we in de Zin-in-Zondag-bijeenkomst samen rondom het thema ‘Ruimte’. Anna Vanderveen, afgestudeerd als bouwkundige aan de Technische Universiteit Eindhoven, vertelde over haar ideeën over ruimte.
Wanneer je op dat woord googlet, krijg je afbeeldingen van het heelal en in het woordenboek vind je de definitie ‘onbegrensde verzameling van plaatsen’, evenals de omschrijving ‘een door grenzen bepaalde plaats’. Ruimte gaat dus over het samenspel tussen plaats en grenzen.
De foto op de Zinwijzer van de Markthallen in Rotterdam laat een voorbeeld van die begrensde ruimte zien, een ruimte waarin van alles gebeurt en waarin mensen elkaar ontmoeten. Een ruimte vlak naast de Markthallen is een school waar Anna voor haar werk kwam. Het ziet er van buiten niet uit als een school zoals we die kennen en het bijzondere is dat er een schoolplein op het dak is. De buitenruimte is daar dus net als de binnenruimte begrensd, met hoge hekken eromheen om de veiligheid te waarborgen. Dat is een heel ander soort schoolruimte dan de school waar Anna haar afstudeeronderzoek deed, met groen eromheen: gras, bomen en tuintjes.
Een ruimte is niet zomaar een neutraal gegeven; Winston Churchill heeft ooit gezegd: ‘Wij vormen onze gebouwen en daarna vormen die gebouwen ons.’ Als dat zo is, dan doet het ertoe hoe we ruimtes ontwikkelen en welk gedrag ze in ons stimuleren of juist afremmen. Als groen rondom een schoolplein er bijvoorbeeld voor blijkt te zorgen dat er minder wordt gepest, dan is dat een belangrijke constatering.
Anna laat een foto zien van het huis waarheen ze recent is verhuisd, een benedenwoning in een monument, en een foto van het huis van haar zus, een appartement op de zevende in een flat met veertien verdiepingen. Als ze zich allebei helemaal blij voelen met het huis waarin ze wonen, wat kunnen we dan zeggen over wat een ‘mooie’ ruimte is en hoe we gebouwen moeten ontwerpen? Anna heeft een paar google searches gedaan op specifieke trefwoorden, zoals ‘mooie gebouw’ of ‘mooi huis’. Uit de eerste zoekopdracht kwamen monumentale panden naar voren, uit de tweede veel huizen met een klassieke uitstraling, met symmetrie en pilaren en tierlantijnen. Dat roept de vraag op wat de functie is van een gebouw en wat we als ‘mooi’ typeren. Waaraan moet het voldoen om te zorgen dat mensen zich er gelukkig in voelen? Is functie alleen maar dat het gebouw beschutting biedt en dat je erin kunt koken en slapen? Of speelt esthetiek ook een rol, in de zin van kleur en vorm en uitstraling, omdat het oog ook wat wil? Er zijn in de wereld heel wat ‘starchitecten’, zo vertelt Anna, architecten die een sterrenstatus hebben en dingen bouwen die weliswaar technisch goed in elkaar zitten, maar qua gebruiksfunctie tekortschieten. De ‘gewone mens’, die op dit terrein niet geschoold is, heeft soms echter een heel ander idee over wat haar of hem gelukkig maakt in een pand. In het boek ‘De architectuur van het geluk’ zegt auteur Alain de Botton daarover: ‘De meest imposante architectuur kan soms minder voor ons doen dan een siësta of een aspirientje.’
Anna heeft voor haar studie het idee van ‘hart, hoofd en handen’ uitgewerkt om te kijken naar hoe een gebouw voor duurzaam geluk kan zorgen, geluk waarbij je goed zorgt voor jezelf, voor anderen en voor de wereld om je heen. Je hart maakt bepaalde keuzes, je hoofd denkt erover na en je handen geven er concreet vorm aan. Een voorbeeld daarvan is dat je hart graag contact wil met medemensen in je woonomgeving, dat je hoofd naar een prettige manier zoekt en dat je dat ‘handen en voeten’ geeft als een buurt zo is gebouwd dat je gemakkelijk even een praatje maakt met de buren.
Met dit alles in gedachten gaan de aanwezigen met elkaar in gesprek over de stellingen die Anna heeft voorbereid. Een paar voorbeelden:
‘Mijn leefomgeving beïnvloedt de manier waarop ik de seizoenen beleef.’
‘Inrichting is voor mij belangrijker dan het gebouw.’
‘In mijn huis kom ik tot rust.’
‘De indeling van onze buurt beïnvloedt het contact dat ik met buren heb.’
‘De locatie of inrichting van onze buurt beïnvloedt hoe kinderen er spelen.’
‘Mijn leefomgeving brengt mij dichter bij de natuur.’
‘De locatie of inrichting van mijn huis beïnvloedt hoe ik mijn vrije tijd besteed.’
Er wordt geanimeerd gediscussieerd en na een plenaire terugkoppeling komt Johan Schurer van Kunstplaza Schurer aan het woord.
Hij zal dit seizoen de creatieve afsluiting verzorgen en iets vertellen over de kunstwerken die hij meeneemt uit zijn collectie. Er is dit keer een schilderij van Willem de Vries, die in Bussum woont en werkt. Als randstedeling ervaart hij voortdurend de druk op de ruimte in de woonomgeving. Een ander werk is een brons, ‘Boom-Groei-Huis’, van Walter van der Horst, als symbool voor een huis dat meegroeit met de bewoner tijdens het verstrijken der jaren. Gezien de gevoerde gesprekken lijkt dat veel mensen een ideaal idee, aangezien iedereen heeft vastgesteld dat de wensen ten aanzien van de plek waar je je prettig voelt, veranderen naarmate je ouder wordt.
Helaas laat de techniek ons een beetje in de steek en kunnen we de mooie muziek, die ter vervanging van het pianospel van Kees Richters was uitgekozen, niet op de luidsprekers krijgen.
Hopelijk kunnen we volgende keer weer live genieten van Kees, die dan de muzikale begeleiding zal verzorgen rond het thema ‘Over leven’, waarin Marinus van den Berg de gastspreker zal zijn.
volgende keer weer van de partij !!