Op zondag 1 december heet Bert Altena iedereen welkom op de tweede bijeenkomst van het negende seizoen. Hij introduceert Gabriël Vriens die ons vanmorgen op een muzikale reis zal meenemen, en kondigt vast Kees Richters en Marscha Boes aan die later in het programma hun muzikale steentje zullen bijdragen.

Marianne Vanderveen leest het gedicht van Wil Melker voor.

de muziek van wolken

ik heb
de muziek
van wolken gehoord
zij vertolken
in dans en kleur
de partituur van wind

spelend als kind
na het slapen
in de choreografie
van een rode zon
in het vroeg
van ontwaken

om later
de stralen met
een prisma te breken
door vallende regen
tot een expositie
van bogen met kleur

in het decor
van leven heb ik
die muziek als
mijn vrijheid lief
zij geeft het blauw

een hemels perspectief

Hierna neemt Gabriël Vriens het woord en hij vertelt dat hij met ons drie muziekstukken onder de loep zal nemen.

Tot de 19e eeuw was symfonische muziek vooral abstract; in de 19e eeuw kwam het Symfonisch Gedicht in opkomst: muziek die een verhaal uitbeeldt. Als je het verhaal kent, ga je de muziek beter begrijpen en hoor je er veel meer in.
Vóór de 19e eeuw maakte Antonio Vivaldi ook al een Symfonisch Gedicht met zijn ‘Vier Jaargetijden’, een serie vioolconcerten over de vier seizoenen. Vivaldi heeft in de orkestpartituur in dichtvorm een toelichting gegeven op het stuk.
Vanmorgen wordt het eerste vioolconcert ‘De Lente’ besproken, waarin Deel 1 een snel tempo heeft en de volgende omschrijving:

De lente komt eraan.
De vogels vieren haar terugkomst met feestelijk gezang,
murmelende beekjes stromen
onder een zacht aaiend briesje.
Donderstormen, die de lente aankondigen,
bedekken de lucht met hun donkere mantel.
Als ze zwijgen klinkt opnieuw
de betoverende zang van de vogels.

 

 

 

 

 

 

Gabriël Vriens laat ons met steekwoorden, mooie tekeningen en toepasselijke handgebaren zien hoe het sonnet in de muziek is verwerkt.
Deel 2 heeft een langzaam tempo en de volgende tekst:

Op de met bloemen overdekte weide slaapt de geitenhoeder
onder de zacht ritselende bladertakken,
zijn trouwe hond naast hem.

In de muziek zijn drie melodieën te onderscheiden, namelijk die van:

  • de slapende geitenhoeder;
  • het geruis van de bladeren;
  • de hond.


Deel 3 is weer snel en daarin worden de doedelzakken uitgebeeld door de lage strijkinstrumenten, die lange, lage noten spelen.

Aangespoord door het feestelijk geluid van de doedelzakken
dansen de nymphen en de herders lichtvoetig
terwijl de lentehemel schitterend verschijnt.


Het tweede stuk dat Gabriël laat horen is van Alexander Borodin ‘In de steppen van Centraal-Azië’. Borodin was een chemicus die in zijn vrije tijd componeerde. Rusland maakte in de 19e eeuw een grote culturele bloei door en de wereld maakte kennis met Russische literatuur, Russische muziek en Russisch ballet.
In het muziekstuk rijdt een oosterse karavaan door Kazachstan en Afghanistan, onder escorte van Russische militairen. Russische en Aziatische melodieën wisselen elkaar af, violen met hoge lange tonen verbeelden de weidsheid en openheid van het landschap, de Russische militairen bewaken in strakke orkestritmes de karavaan, die tot slot verder trekt, begeleid door de violen en een fluit, en alles komt tot rust.

Hierna volgt een kleine pauze in Gabriëls verhaal, waarin Kees Richters het verhaal vertelt van een legende waarin Jezus als jongeman samen met Jozef van Arimathea naar Glastonbury zou zijn gekomen. Hier is een lied op gemaakt door Edward Elgar, een beroemd Engels componist, dat Kees ten gehore brengt. Het lied is zo bekend en geliefd geworden dat Koning George V gezegd zou hebben dat dit het nieuwe Engelse volkslied moest worden.

Gabriël Vriens vervolgt zijn lezing met ‘De Moldau’ van Bedrich Smetana.
Smetana was een Tsjech die met muziek streed voor een onafhankelijk Tsjechië.
Het muziekstuk verklankt de loop van de rivier de Moldau, die in de bergen ontspringt. Daarna komt het hoofdthema (een bekend Tsjechisch kinderliedje) en worden we meegevoerd het bos in, waar hoorns de jacht begeleiden. Na het bos stroomt de rivier langs een boerenbruiloft waar gedanst en gedronken wordt, en in de nacht klinken ijle violen en dansen de nimfen op het mos. De Moldau vervolgt zijn loop en als het weer licht is geworden, horen we hoe de stroom zich in een donderende waterval start, uitgebeeld door pauken en piccolo. Na de waterval klinkt de hoofdmelodie nogmaals en stroomt de rivier door Praag om tenslotte in de Elbe uit te monden.


De besproken muziekstukken zijn te beluisteren op youtube.


Marscha Boes zingt een speciaal voor deze morgen gemaakt lied over levensreizen, die kunnen uitdagen om heel ver te gaan of juist heel dichtbij te blijven, met alle bergen en dalen die daarbij horen.

 

 

 

 

 

 

 

Bert Altena sluit de bijeenkomst af en nodigt iedereen uit voor de volgende bijeenkomst op zondag 2 februari 2020. Thomas Hontelez zal dan spreken over ‘Wandelen naar wijsheid’.

 

2 reacties

  1. Tilly

    Hoe gaat het met de kaartverkoop?

    • beheerder

      Dag Tilly,
      Excuses voor mijn vertraagde reactie: ik was in het buitenland.
      Ik weet niet over welke kaartverkoop je spreekt…?
      Voor de Zin-in-Zondag-bijeenkomsten worden geen kaarten verkocht.
      Iedereen kan binnenlopen en aanschuiven!

      Met vriendelijke groet,

      Marianne

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.
Verplichte velden:*