Tijdens de bijeenkomst van Zin-in-Zondag van 3 december staat de vluchtelingenthematiek centraal.
Theo Kiffers, pastoraal werker en levensbeschouwelijk counselor, neemt ons, onder het thema ‘Op de vlucht’, mee in zijn persoonlijke ervaringen met vluchtelingen op het eiland Leros in Griekenland. Theo heeft als vrijwilliger gewerkt in opvangcentra in Griekenland tijdens de recente vluchtelingencrisis. Aan de hand van foto’s en teksten vertelt hij over zijn ervaringen. Na zijn verhaal is er gelegenheid om vragen te stellen en om, onder andere aan de hand van stellingen, met elkaar in gesprek te gaan.
Korte impressie van de bijeenkomst:
Bert Altena heet ons allen van harte welkom.
Marian van der Beek leest het gedicht ‘Reiziger er is geen weg’ voor.
Theo Kiffers:
‘Mensen op de vlucht’ was vroeger voor mij een verhaal, ik maakte geld over, het ging over mensen uit een ander land.
Dat veranderde toen ik de foto van het verdronken en aangespoelde jongetje Aylan zag.
In de ogen van de ander zie ik mijn verantwoordelijkheid. Ik kon niets anders meer dan iets gaan doen.
Ik ging helpen op de eerste hulp van een Grieks eiland. Ik ging met vijf volle koffers vol spullen, meegegeven door allemaal betrokken bekenden.
Koffers inpakken betekent in een vrij land: vakantie, fijn en spannend, plezierig.
Een vluchteling heeft vaak geen gelegenheid een koffer in te pakken, een bommelding komt onverwachts, buren mogen niet zien dat je voorbereidingen treft zodat ze je niet kunnen verraden.
Vluchten betekent proberen in veiligheid te komen. Dan is de mobiele telefoon de enige lifeline naar achtergelaten of vooruit gereisde familieleden. Europa betekent veiligheid en een toekomst. Voor de reis ernaartoe moeten vluchtelingen veel geld betalen: ‘voor zoveel geld zullen ze toch wel het goede met ons voorhebben’. Maar nee: boten werden lek gestoken, er waren te weinig zwemvesten, van slechte kwaliteit.
Vluchtelingen hebben vaak geen koffer, maar wel rugzakken. Stille getuigen zijn aangespoelde rugzakken op een strand. Europa is de veilige haven, geen bommen, geen vrees voor je leven, er gloorde weer een toekomst.
Toezien was geen optie meer, ik moest wat doen.
Ik reisde naar een Grieks eiland en zag hoe de vluchtelingen werden ondergebracht: in een vervallen flatgebouw, vies, muf, beschimmeld, niet onderhouden. Mensen wachtten in lange rijen voor eten en drinkwater. De geur was een onbeschrijfelijke mix van vieze kleren, afval, riool en etenslucht. Iedere vluchteling krijgt wat kleding, kinderen wat extra. Elke dag zijn er nieuwe aankomsten.
Ik ging als vrijwilliger meteen aan de slag. Ik deelde kleding uit. De inhoud van de 5 koffers kwam goed van pas. Er volgden weken van weinig rust, maar wel met heel veel voldoening’.
Kees Richters zingt van Hanna Lam: ‘Altijd vluchten voor je leven’.
Theo vervolgt:
Bij de opvang op het Griekse eiland ondervonden vluchtelingen eindelijk weer een beetje menselijkheid. ‘Kan ik iets voor u doen?’ Ik gaf een bord eten aan iemand die in dagen niets had gegeten. Ik gaf kleding aan een koud jongetje.
De medemens is in nood, dan zijn het geen vluchtelingen meer, dan is het geen opvangkamp meer. Wij deden als vrijwilligers alles om te helpen. Kinderen werden weer kinderen, genoten van een voorstellingen met een professionele Syrische – maar ook gevluchte – clown. Er was een voetbalwedstrijd tussen de vluchtelingen en de vrijwilligers. Aan het eind van de dag vierden wij vrijwilligers de successen of troostten elkaar als het niet lukte, of de verhalen te indringend waren. Wij waren er voor elkaar. Er waren vrijwilligers uit de hele wereld. We hadden samen een gemeenschappelijk doel.
Ook in Nederland wil ik ook gastvrij zijn. Dina en Mohamed wonen op de hoek. Ik help ze met Nederlands, met de Nederlandse bureaucratie. Helpen kunnen we allemaal. Laat we vanuit ons hart spreken, denken en doen. Laten we door andermans ogen leren kijken. Samen voor een toekomst, voor vrede en solidariteit.
Theo eindigt met een gedicht: Mensen met koffers.
Vragen uit het publiek: Wat is uw meest overweldigende indruk?
Theo: dat is de aankomst waarbij families niet meer bij elkaar konden blijven. Waar is mijn kind? Mijn vrouw? Mijn man?
Drie stellingen:
Vluchtelingen opvangen is een humane plicht
Vluchtelingen dragen bij aan onze welvaart
Integratie van vluchtelingen is ook onze verantwoordelijkheid
Moeten vluchtelingen zich aanpassen aan ons of moeten wij ook openstaan voor hen?
Een ander geloof of een andere cultuur is niet bezwarend, wel moeten ze onze taal spreken om met ons te kunnen communiceren.
Vluchtelingen dragen bij tot ons welzijn en dan is het vanzelfsprekend een verrijking van onze cultuur om daarvan te leren.
Vluchtelingen zijn vaak hoogopgeleid. Zij hebben wel degelijk een waardevolle bijdrage te leveren. Vluchtelingen uit de geschiedenis hebben ook bijgedragen aan onze samenleving.
Vluchtelingen moeten aan steeds hogere Nederlandse eisen voldoen. Als ze dat niet kunnen volgt er een boete.
Een Nederlandse uit het publiek heeft de inburgeringstoets gemaakt en heeft hem niet gehaald.
Je moet écht in contact komen. Het verhaal wordt echt anders als je naar elkaar wilt luisteren. Dan ga je mogelijkheden zien om het samen te doen.
De Nederlandse politiek zegt: als je je er niet aan houdt, krijg je een boete. We zouden moeten zeggen: als je je eraan houdt krijg je een beloning.
Integratie is moeilijk omdat vaak ingespeeld wordt op angstgevoelens, maar als je elkaar goed leert kennen komt het goed.
Tryanka Westra:
We speelden blikspuit in onze jeugd: ik tel tot tien, wie niet weg is is gezien. Blijf zitten waar je zit en verroer je niet, hou je adem in, maar stik niet.
Vluchten kan niet meer, hoe ver moet je gaan.
Vluchten = graag weg willen.
Ontvluchten: zou je dan graag willen blijven?
Wij kunnen ons er niets bij voorstellen dat je alles opgeeft, al je zekerheden, al je talenten.
Hou je adem in, maar stik niet in ons verstikkende systeem.