Op zondag 2 februari 2020 komen we samen onder het thema ‘Wandelen naar wijsheid’.

Marianne Vanderveen heet iedereen welkom en in het bijzonder Thomas Hontelez, Kees Richters en Marsha Boes.

Elga Müller leest een gedicht voor van Marinus van den Berg:

Wandelen
Wie wandelt, wandelt nooit alleen.
Altijd zijn er wel vogels,
altijd de wind
of de waterstromen,
de bronnetjes soms
of passanten.
Altijd zijn er de bomen
en de wolken die je groeten
of de strakke blauwe hemel
en de zijwegen en kruispunten
die vragen om een keuze.
Altijd zijn er je gedachten
die meetrekken als engelen
of als duivels die je plagen.
Alleen wandelen bestaat niet.

Wandelen brengt je ook altijd weer
op  je innerlijke weg en brengt je thuis.

Thomas Hontelez vertelt over zijn pelgrimstocht van Nijmegen naar Istanbul.
Op 3 juli 2014 ging hij op weg, op een moment in zijn leven dat er veel zekerheden waren weggevallen: hij was afgestudeerd maar had nog geen baan, de relatie met zijn vriendin ging uit, en, als gevolg daarvan, verliet hij het gezamenlijk bewoonde huis.
Hij nam een staf mee, een in 2011 op een vakantie in Frankrijk van een boom afgezaagde stok (‘van zijn bast ontdaan’, zegt Thomas), die hem gedurende een week had vergezeld op zijn wandelingen en die op het dak van de auto mee naar huis ging. Hij beloofde de stok dat ze ooit samen op avontuur zouden gaan. Dat was zijn idee: niet het maken van een pelgrimstocht, maar avontuur, zoals Patrick Lee Fermor in 1933 of Nick Hunt tientallen jaren later in diens voetstappen.
Vlak voordat hij aan zijn voettocht naar Istanbul begon, lieten zijn ouders hem zijn geboortekaartje zien: een jongetje op de rug gezien, op weg, met een knapzakje op zijn rug. Dat kon geen toeval zijn.
Hij ging op pad en de eerste nacht lag hij in zijn tentje in een donker bos angstig te luisteren naar reeën en zwijnen die aan het rondsnuffelen waren: avontuur!

Vijf maanden en vele ontberingen later kwam hij per fiets aan in Istanbul, geen avonturier meer, maar een pelgrim. Op het Taksimplein aangekomen huilde hij, net als een half jaar, toen omdat het uit was met zijn vriendin, nu van geluk, en omdat hij voelde dat hij een ander mens was geworden. Hij had een rotsvast vertrouwen in zichzelf gekregen en in de mensen die hij onderweg was tegengekomen.
Eenmaal terug thuis na de reis voelde hij dat hij weer weg wilde en hij vertrok naar Canada. Het was winter daar en stevig koud. Hij constateerde dat er een wezenlijk verschil is tussen ‘op reis zijn’ en ‘pelgrim zijn’ en dat zette hem aan het denken: wat is een pelgrim? Hij ging op zoek naar de betekenis van pelgrim zijn, vooral omdat anderen hem als zodanig zagen.
Het woord ‘pelgrim’ betekent vreemdeling, balling, iemand die niet thuis is op de plek waar hij is. Van oorsprong was een pelgrim niet een religieus iemand, maar een wandelende filosoof die, in ruil voor eten en drinken, wijsheden deelt met zijn omgeving. Pelgrim zijn is ‘a way of life’: het stopt niet meer, want ook al ben je gestopt met wandelen, je blijft een pelgrim. Thomas noemt Benedictus van Nursia (480-547 AD), die de grondlegger was van het kloosterleven en die vond dat het bij pelgrimeren vooral om de innerlijke reis gaat. De verbinding met het hogere, de gerichtheid op de doelen en de eindbestemming van de pelgrim, moeten binnen in de mens gebeuren; dat kan dus ook zonder te lopen. Ook bij een innerlijke pelgrimstocht ben je uiteindelijk alleen onderweg, met soms intensief en soms vluchtig contact.

Thomas heeft tijdens zijn tocht voor zichzelf twee pijlers ontdekt in het pelgrimeren: openheid en eenvoud. Zonder openheid kun je volgens hem zo’n tocht niet maken, want je hebt openheid nodig voor zowel de mensen of spullen of gebeurtenissen op je pad als voor God of het goddelijke nodig. Je weet niet wat dat wat je wordt gegeven je zal brengen; enkel door openheid kom je daar achter.
Er bestaat een bekend verhaal over een man die bij een grote overstroming weigert zich te laten redden door hulpverleners omdat hij gelooft dat God hem zal redden. Hij weigert mee te gaan met een reddingsvlot, een reddingsboot en een helikopter. Als hij uiteindelijk – na zijn verdrinking – in de hemel aankomt en zijn beklag doet bij God, zegt God hem van alles te hebben gestuurd, en dat de man heeft gekozen die hulp niet aan te nemen. Ook een pelgrim kan ervoor kiezen open te staan voor de hulp die hem onderweg geboden wordt. Thomas nam onderweg hulp aan van een vrouw, Pearl, die hem onderdak bood, een douche, een maaltijd, en een verblijf van twee weken in haar vakantiehuis, om aan te sterken.

Eenvoud is de tweede pijler. Alles wat je meeneemt in je rugzak, moet je met je meedragen. De reis dwingt je daarom als het ware om je te beperken tot wat je werkelijk nodig hebt. Alles wat je extra koopt of niet loslaat, wordt ballast als je onderweg bent.
Eenvoud is echter meer dan materiële eenvoud. Het gaat ook om geestelijke eenvoud, om nederigheid. Een pelgrim kent zijn plaats en is dankbaar voor wat hij mag ontvangen.
Een paar regenachtige dagen waren in dit opzicht heel leerzaam voor Thomas. In eerste instantie ervoer hij de regen bijna als een persoonlijke belediging (hij werd koud en nat, alles werd zwaar door het vocht, dingen gingen kapot, en hij vroeg zich af waarom hij niet lekker in de zon mocht lopen). Bij de bakker sprak hij echter iemand die dankbaar was voor de regen, omdat die zo nodig was voor het land. Hij realiseerde zich: het regent niet om mij op de proef te stellen, maar omdat het land het nodig heeft. Zo kunnen herinneringen en ervaringen uit het verleden ook worden gewogen: wat neem ik mee in mijn rugzak, en wat laat ik achter?

Thomas heeft het gevoel dat er tegenwoordig weinig ruimte is voor deze waarden van openheid en eenvoud, in een wereld waarin we grenzen sluiten en de zucht naar materiële vervulling intens is. In zijn ervaring kunnen we de wereld en de medemens met andere ogen bekijken als we de kwetsbaarheid zien in de ander en omgekeerd. Door ons als een pelgrim te gedragen, met eenvoud en openheid, kunnen we stappen zetten naar een vriendelijker wereld.

Hierna zingt Kees Richters het lied: ‘In de weldaad van uw woorden’ van Peter Sneep, een pelgrimslied.

Marianne voert vervolgens eerst een tweegesprek met Thomas en daarna is er ruimte voor vragen uit de zaal.
Thomas heeft ondervonden: als je je maar laat zien, dan valt het allemaal wel mee.
Tijdens een nacht in zijn tent, net buiten een dorpje, ziet hij plotseling autokoplampen door het tentdoek en hoort hij jongelui rond zijn tentje. Als hij zich realiseert dat het weliswaar foute boel kan zijn, maar dat er ook geen ontsnappen mogelijk is, komt hij naar buiten, laat hij zich zien en ziet hij, na verontschuldigingen van de jongens, de auto vertrekken, zonder dat er iets is gebeurd. Deze en vele andere ervaringen hebben hem tot de conclusie gebracht dat de meeste mensen gewoon lief en behulpzaam zijn en dat vertrouwen in de mensheid absoluut gerechtvaardigd is.

Marianne stipt het begrip ‘liminaliteit’ aan, dat Thomas in zijn boek beschrijft, een tussenstadium, een overgangsfase tussen verschillende sociale posities (zie voor meer uitleg: https://nl.wikipedia.org/wiki/Overgangsrituelen). Pelgrims bevinden zich op een bepaalde manier allemaal in die liminaliteit en voelen daardoor een onderlinge band: ze zijn op weg, onderweg, zoekende, reizend naar een doel, en herkennen dat in elkaar. En hoewel pelgrimeren bevrijding en onbevangenheid met zich meebrengt, is er ook behoefte aan betrokkenheid. Dat roept de vraag op in hoeverre je je verbindt en in hoeverre je een vreemdeling blijft. Daarin is het zoeken naar een balans. Toch kun je het je ergens niet permitteren om je níet met anderen te verbinden, want je hebt anderen nodig, ook al reis je alleen.

Marianne leest een zin voor die haar trof in het boek van Thomas: ‘[Pearl] zag iets in mij dat ik zelf nog niet gezien had, iets dat boven mij uitsteeg, een diepe wens van haar.’ Wanneer we kunnen benoemen wat we zien in de ander, zien we de ander zoals hij werkelijk is. Voor Thomas was het in het begin moeilijk kwetsbaarheid te zien en hulp van anderen te accepteren zonder zich bezwaard te voelen, maar gaandeweg werd dat gemakkelijker, omdat hij leerde dat hulp aannemen soms meer voor de gever betekent dan dat wat je als ontvanger krijgt. Enerzijds mag je daarmee ervaren dat je het waard bent die gift te krijgen, anderzijds stel je de ander in de gelegenheid aandacht en liefde te geven.

Er is een spreuk over pelgrimeren die luidt: ‘The trail provides’ – de weg geeft je altijd wat je nodig hebt en voorziet in je behoeften, vooropgesteld dat je ervoor openstaat.
Toen zijn voeten niet verder konden lopen, ging Thomas verder met de fiets, een grote aanpassing en lange tijd een gevoel van falen, maar dat ebt weg en de dankbaarheid voor wat de tocht als geheel hem bracht, overheerst. Dat neemt niet weg dat Thomas overweegt om het tweede, gefietste deel van zijn pelgrimstocht toch ooit alsnog lopend af te leggen.

Marsha Boes zingt een speciaal voor deze gelegenheid een prachtig en zeer persoonlijk lied over haar pelgrimstocht die zomaar onze eigen pelgrimstocht zou kunnen zijn.


Marianne bedankt iedereen voor de aanwezigheid en nodigt de mensen vast uit voor de volgende bijeenkomst. Op zondag 5 april 2020 zal Frits de Lange spreken over ‘Als het erop aan komt’, over de Duitse theoloog en verzetsstrijder Dietrich Bonhoeffer, in het kader van 75 jaar bevrijding.

Wellicht mooi in het kader van het wandelen – een TedTalk van Nick Hunt:
https://www.youtube.com/watch?v=uSF8FZDklf0 : ‘I experienced less triumph than a great sense of sadness that this process that brought me so much joy, was now at an end, but this sense of loss started to diminish once I stopped seeing the journey as a whole in linear terms with one beginning and one end.’

4 reacties

  1. peter

    Jammer dat ik het heb gemist.
    Kennen jullie ook de site van SPIG ? (Stichting pelgrimage in Groningen)
    Zij organiseren 6x in een seizoen een pelgrimage in het Groninger land.
    De tochten zijn ongeveer 8 km en op een zondagmiddag.

    • beheerder

      Dank voor je reactie, Peter! Wat leuk om te horen! Ik zal deze club eens googlen!

  2. Roel Kuntze

    Ik vind de Zin op Zondagen altijd erg boeiend.

    Na afloop heb ik nog gepraat met Thomas en zijn boek gekocht.
    De muziek van Kees en het lied van Marsha zijn mooie intermezzo’s.

    • beheerder

      Wat fijn om te horen, Roel!
      We doen ons best met z’n allen om ieder jaar weer een mooie serie samen te stellen.
      Fijn, dat je het inderdaad zo ervaart; graag tot een volgende keer dan maar weer! 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.
Verplichte velden:*