Op zondag 5 februari 2017 komen we bij elkaar rondom het thema ‘Ziel en zaligheid’ en na de openingswoorden van Bert Altena luisteren we naar Pieter Veenstra, die een gedicht voorleest van Wyslawa Szymborska (zie voor de tekst onderaan dit verslag).
Daarna gaat Bert in de vorm van een interview in gesprek met onze gast van vandaag, Marieke Ridder, priester van de oud-katholieke kerk en geestelijk verzorger in een ziekenhuis.
Bert vraagt wat het thema ‘ziel en zaligheid’ voor Marieke betekent. Ze zegt dat je de ziel weliswaar niet kunt aanwijzen, maar dat ieder mens een ziel heeft en door alle rationaliteit heen in de ziel wordt geraakt door mooie gebeurtenissen en spirituele ervaringen. Zo raakte zij destijds ontroerd door de liturgie van de oud-katholieke kerk, die duidelijk anders is dan die van de ‘gewone’ katholieke kerk en meer liturgische elementen heeft dan de protestantse liturgie. In Nederland heeft deze kerk ongeveer 6000 leden. Ze wilde geen priester worden in de katholieke kerk, omdat die niet paste bij haar eigen visies, maar ze wist inmiddels van de oud-katholieke kerk en die sprak haar aan. In haar rol als geestelijk verzorger, waarin ze contact met mensen heeft, maakt het weinig uit of ze dominee is (wat ze tot 2014 was) of priester. Het grootste verschil zit voor haar in de beleving van de viering, voor haar een zielsaspect waarin de Christus-gerichtheid de kern is en waarin het zitten met de rug naar het altaar heel vreemd voelt.
Bert vraagt wat de rol is van de geestelijk verzorger, die vroeger ook wel ‘zielzorger’ werd genoemd. Voor Marieke gaat het niet om de vraag bij welk kerkelijk genootschap je bent aangesloten, maar om de ontmoeting met de ander op zielsniveau en om zingevingsvragen. In een ziekenhuis, maar ook in een hospice, komen prangende vragen naar boven: ‘Wie ben ik?’, ‘Waar ga ik straks heen?’, ‘Wat is de zin van mijn leven?’ Ze vertelt over een moslimfamilie die ze begeleidde in het hospice. De zoon van de bewoner zag het kruisje aan haar ketting en zei: ‘U bent christen, ik ben moslim, we geloven allebei in God, dus u gelooft ook dat God mijn moeder nog beter kan maken?’ Marieke moest bekennen dat ze dát niet geloofde, maar het kruisje dat ze droeg, maakte wel de religieuze verwantschap zichtbaar tussen haar en de ander.
Bert legt uit dat de Zin-in-Zondag-bijeenkomsten indertijd zijn begonnen met het idee een plek te bieden voor mensen die het idee van ‘ziel en zaligheid’ en bezinning niet of niet meer in de kerkelijke dienst vinden. Hoe is dat voor Marieke? Ze geeft aan dat ze zelf een traditie wil volgen die bij haar past, die haar een ‘thuisgevoel’ geeft en waaruit ze haar inspiratie haalt. Vervolgens kan ze in principe overal functioneren en kan ze breed denken.
We luisteren naar het lied van Kees Richters, ‘Illumina’.
Bert gaat met de microfoon de zaal in om vragen van aanwezigen te horen. Een mevrouw geeft aan dat ze het jammer vindt dat er nog altijd zoveel verschillende kerken zijn. De PKN is de laatste jaren ook veel liturgischer geworden, dus waarom de focus op al die verschillen?
Marieke denkt dat het waardevol is dat mensen een gemeenschap kunnen kiezen waarin ze zich thuis voelen. Zo houdt ze zelf van abdijen en stilte en zou ze niet passen in het enthousiaste van een Pinkstergemeente.
Iemand vraagt hoe het komt dat we wél twee nationaliteiten kunnen hebben, terwijl het uitoefenen van twee religieuze functies blijkbaar lastig is. Marieke was als dominee geestelijke en is dat nu als priester nog steeds; daarin zit voor haar de continuïteit, evenals in de doop. Voor een ambt moet je er naar haar idee toch ingroeien, om dat goed te kunnen doen.
Een aanwezige merkt op dat Marieke spreekt over inbedding in een kerkelijke traditie; als je daar niet voor kiest, kun je dan je ziel blijven voelen? Uiteraard is dat mogelijk; de meeste mensen gaan niet naar de kerk en leggen hun ziel en zaligheid in andere zaken, zoals hun familie of in werk of vrijwilligerstaken.
Bert gaat rond om op te vangen wat zoals de dingen zijn waarin mensen hun ziel ervaren; aspecten die worden genoemd: contact met anderen, stilte, hardop gedichten lezen, melodieën die in je hoofd blijven hangen. Marieke haakt daarbij aan en verteld dat er door oud-katholieken veel wordt gezonden, ook Gregoriaan, Kyriës en Gloria’s.
Iemand vraagt zich af of Marieke niet een beetje van twee walletjes eet, het liturgische van de rooms-katholieke kerk en het analytische en het niet aanhangen van de paus van de protestantse kerk. Marieke licht toe dat het instellen van de paus als onfeilbare kerkvorst pas uit de 19e eeuw stamt en dus relatief nieuw is. Zij kan daarmee niet uit de voeten, evenmin als met de Maria-verering.
Iemand vraagt hoe de overheid een rol zou kunnen spelen bij het faciliteren van meer tijd voor het voeden van de ziel. Marieke is van mening dat we dat als mens toch vooral zelf moeten doen door op de rem te trappen. Initiatieven als Zin-in-Zondag en kloosters en meditatiegroepen kunnen daarbij helpen. Daarin is ook de ‘zorg voor zorgenden’ van belang; die moeten tijd krijgen om naast alle zorg die ze aan anderen verlenen, ook goed voor zichzelf te zorgen en te praten over wat ze meemaken. Er moet gelegenheid zijn om te zeggen: ‘Nu zorg ik even *niet* voor een ander; nu zorg ik voor mezelf.’
Iemand vraagt wat we eigenlijk onder ‘zaligheid’ kunnen verstaan? Voor Marieke is dat de genade van God.
Kees zingt een tweede lied en voegt eraan toe dat de basis van ziel en zaligheid toch altijd weer de liefde is, die ons als mensen bij elkaar brengt. Daarom wordt er gezamenlijk gezongen: ‘Ubi charitas et amor, deus ibi est.’
Hij eindigt zijn lied met de uitspraak: ‘Ik ben de ene week kathostant en de andere week proteliek!’
Terwijl Kees de tune van het tv-programma ‘Tussen kunst en kitsch’ op de piano speelt, komt Johan Schurer naar voren voor de creatieve afsluiting van de bijeenkomst.
Hij laat twee pyramides zien, plekken die symbool staan voor de dood. Het ene keramische werk is van Lydeke von Dülmen Krumpelmann, het andere van Rob Clous. Dat van Lydeke is heel sober qua kleur en dat van Rob heel bont. De kunstenaars hebben allebei hun gevoel in het werk gelegd en hoewel de kleurstelling sterk verschilt, zit de symboliek in allebei: wat laat je na, na je dood? Hoe blijft je ziel onder de levenden?
Bert dankt iedereen voor de aanwezigheid en wijst alvast op de bijeenkomst begin april, als Greta de Wit van de stichting Nieuw Sion, de voormalige cisterciënzer abdij Sion, over het thema ‘Rust’ komt spreken in het kader van de Maand van de Filosofie. Zie voor meer activiteiten in die maand ook de website van het overkoepelende orgaan MetaForum, https://metaforumassen.wordpress.com/ of via de Facebookpagina van MetaForum.
Openingsgedicht Enige woorden over de ziel, van Wyslawa Szymborska:
Een ziel heb je zo nu en dan.
Niemand heeft haar ononderbroken
en voor altijd.
Dagen en dagen,
jaren en jaren
kunnen zonder haar voorbij gaan.
Soms verwijlt ze alleen in het vuur
en de vrees van de kinderjaren
wat langer bij ons.
Soms alleen in de verbazing
dat we oud zijn.
Zelden staat ze ons bij
tijdens slopende bezigheden
als meubels verplaatsen
en koffers tillen
of een weg afleggen op knellende schoenen.
Bij het invullen van formulieren
en het hakken van vlees
heeft ze doorgaans vrij.
Aan een op de duizend gesprekken
neemt ze deel,
maar zelfs dat is niet zeker,
want ze zwijgt liever.
Wanneer ons lichaam begint te lijden en lijden,
verlaat ze stilletjes haar post.
Ze is kieskeurig:
ze ziet ons liever niet in de massa,
walgt van onze strijd om maar te winnen
en van ons wapengekletter.
Vreugde en verdriet
zijn voor haar geen twee verschillende gevoelens.
Alleen als die twee zijn verbonden,
is ze bij ons.
We kunnen op haar rekenen
wanneer we nergens zeker van zijn,
maar alles willen weten.
Wat materiële zaken betreft
houdt ze van klokken met een slinger
en van spiegels, die vlijtig hun werk doen,
ook wanneer niemand kijkt.
Ze vertelt niet waar ze vandaan komt
en wanneer ze weer van ons verdwijnt,
maar lijkt zulke vragen beslist te verwachten.
Het ziet er naar uit
dat net als wij haar
zij ons ook
ergens voor nodig heeft.
Zo te lezen was dit weer een heel interessante bijeenkomst. Jammer dat ik er niet bij kon zijn. Door dit uitgebreide verslag met foto’s (bedankt daarvoor!) kon ik er toch van meegenieten.