Zin-in-Zondag heeft voor 8 april als onderdeel van de Maand van de Filosofie, Albert van der Schoot uitgenodigd. Vanwege zijn studie op het gebied van filosofie en muziekwetenschappen duidt hij zichzelf wel aan met de fraaie omschrijving ‘musicosoof’.

Marianne opent de bijeenkomst en heet iedereen welkom. Ze vraagt of er ook mensen bij Joris Luyendijk waren die nu hier zijn. Dat zijn er inderdaad een paar en ook deze bijeenkomst staat in het teken van de Maand van de Filosofie, die als thema heeft ‘Verbeelding aan de macht’. Joris stelde vrijdag vast dat welke heersers er ook zijn, er altijd iemand is met een idee van de toekomst, iemand die dat idee probeert te verwezenlijken. In die zin is de verbeelding altíjd aan de macht.
Marianne refereert nog aan het essay van Femke Halsema met als titel ‘Macht en verbeelding’; Femke citeert daarin Mark Rutte, die ergens heeft gezegd: “Visie is een olifant die het uitzicht belemmert.” Marianne spreekt de hoop uit dat Albert een wat positiever beeld kan schetsen!
Voordat hij daaraan begint, leest Pieter het openingsgedicht voor.

Albert heeft zijn presentatie de titel ‘Zonder verbeelding geen werkelijkheid’ gegeven en hij sluit aan bij de uitspraak van Joris: op een bepaalde manier is verbeelding altijd aan de macht geweest. Als wetenschap nog moet worden gevormd, is er al verbeelding.

De vroege mensheid verwonderde zich over de sterrenhemel en maakte zich er een beeld van. Het beeld gaat vooraf aan de wetenschap. In een alchemistisch traktaat uit het begin van de 15e eeuw vinden we een illustratie van de Aurora Consurgen (hier bijgevoegd).
De raaf staat voor verbranding, de adelaar staat voor de transmutatie, de geest die daarbij ontsnapt. Ouroboros, de slang die in zijn eigen staart bijt, staat voor de molecuul die rond is.

 

Als de wetenschap wankelt, komt de verbeelding om nieuwe kaders te scheppen, zodat verschijnselen begrepen en nieuwe theorieën gevormd kunnen worden. In de 16e eeuw was er zo’n kantelpunt, zo’n paradigmaverschuiving. De vier vaststaande overtuigingen in die tijd:

  1. God schiep de wereld 4000 jaar voor Christus
  2. De banen van de planeten waren cirkels
  3. De aarde is het middelpunt van het heelal
  4. De mens is het middelpunt van de schepping

bleken niet juist en moesten door nieuwe inzichten opnieuw worden geformuleerd.

Johannes Kepler onderzocht de feitelijke structuur van het zonnestelsel en ontdekte dat planeten eclipsen aflegden in plaats van cirkels.
Einstein zei dat verbeelding veel belangrijker is dan kennis. Logica brengt je van a naar b, maar verbeelding omvat de hele wereld.Verbeelding brengt je overal. We kunnen ook vandaag de dag niet zonder verbeelding.

Immanuel Kant gaat alles vanuit nieuwe invalshoeken bezien en heeft bijvoorbeeld fundamentele ideeën over vrijheid. Ook van God moeten we ons wel een voorstelling maken.
Onze kennis komt niet alleen van de zintuigen. Ons verstand wordt niet alleen gevoed door de zintuigen, maar ook door verbeelding. We scheppen dankzij de verbeelding een nieuwe werkelijkheid. Dat is een onbewust proces, zo zit een mens in elkaar.
Onze kennis richtte zich op de dingen, maar dat moet volgens Kant andersom: de dingen moeten zich naar onze kennis richten. Wij leggen ruimte en tijd op om dingen een plek te geven en ze te duiden. Primaire verbeelding verloopt automatisch. Sinds Aristoteles stond de rede voorop. In de Sturm-und-Drangperiode in de tweede helft van de 18e eeuw komt de verbeelding op de voorgrond. Kant zei in 1781 dat de rede de belangrijkste eigenschap is, maar in de Sturm-und-Drangperiode zegt Coleridge juist dat de verbeelding het belangrijkste is. De verbeelding stuurt de wereld bij. De secundaire verbeelding, de wil, de creativiteit en de genialiteit. Vertrouw meer op je verbeelding dan op je geheugen. Blake zegt dat de verbeelding de enige echte wereld is; daar is de gewone wereld maar een slap aftreksel. Onze perceptie is meteen ook onze beperking. Als de toegangsdeuren tot alle kennis en werkelijkheid schoon waren, zouden alle mensen deze kunnen zien zoals ze werkelijk zijn.

Mei 1968, Parijs, was opnieuw een kantelpunt.
De kunst leek de beste voedingsbodem voor verandering. Er kwam weerstand tegen gezag en tegen het idee dat verandering van elders moest komen. Een kreet van ‘Loesje’ werd: Verbeter de wereld, begin bij je ouders. Primaire verbeelding is nodig om de wereld te begrijpen, secundaire verbeelding om er betekenis aan te geven. Zonder primaire verbeelding hebben we geen werkelijkheid, zonder secondaire verbeelding hebben we geen zin.

Na deze slotwoorden van Albert luisteren we naar een lied van Kees.
Daarna gaat Marianne met de microfoon de zaal door om ieders vragen aan bod te laten komen en te horen wat Albert daarover te zeggen heeft. Eén van aanwezigen vraagt zich of er misschien kunst ontstaat als de verbeelding doorslaat. Albert draait het om: misschien ontstaat er verbeelding als de kunst doorslaat?
De wereld is na 1968 op een andere manier veranderd dan de idealisten toen wilden, zo besluit Albert, maar we moeten niet bij de pakken neerzitten. Dan maar stukje bij beetje!

Kees Richters maakte ter plekke een nieuw couplet op de melodie van ‘Olifantje in het bos’, naar aanleiding van de uitspraak van Mark Rutte over visie als een olifant die het zicht belemmert. Er wordt hartelijk om gelachen, zowel om de tekst als om zijn prachtige improvisatietalent.

Tryanka rondt de bijeenkomst af met haar column over verbeelding, die eveneens weer menig lach tevoorschijn tovert.

Marian overhandigt Albert een cadeautje, waaronder een bloemetje waarop de bloemist zijn verbeelding de vrije loop heeft gelaten.
Marianne noemt nog de activiteiten in het kader van de Maand van de Filosofie, waarvoor folders achterin de zaal liggen en nodigt iedereen uit om over twee maanden aanwezig te zijn bij een smakelijke laatste bijeenkomst van het seizoen onder leiding van Leah Groeneweg, die zal vertellen over wildplukken in het kader van het thema van die ontmoeting, ‘Smakelijk eten’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.
Verplichte velden:*