Terug kijken
Inmiddels is de eerste bijeenkomst Zin-in-Zondag geweest. Het was voor de organisatoren een verrassing dat er zo’n grote opkomst was. Het is een bemoediging om na een aantal aanpassingen op de ingeslagen weg verder te gaan.

Gespreksleider Bert Altena heet de aanwezigen hartelijk welkom.
Daarna geeft hij het woord aan Mevr. Elly Beentjes.
Zij vertelt o.a.de legende van Franciscus en de wolf.

 

Op een dag krijgt Franciscus een verzoek om hulp uit het stadje Gubbio, niet ver van Assisi. Een woeste wolf maakt de streek onveilig, verscheurt mens en dier. Angst overheerst en men durft alléén de stadspoort niet meer uit. Misschien kan Franciscus gezien zijn bijzondere omgang met dieren hier iets aan doen.
Hij durft de confrontatie aan en loopt, in zijn armoedige pij en op blote voeten, onbevangen en ongewapend de stadspoort uit richting het bos. Burgers gewapend met hooivorken en lansen ver achter hem aan. In de buurt van het bos gekomen schiet ineens de woeste wolf recht op Franciscus af. Deze blijft staan; maakt een kruisteken en roept: “Broeder Wolf.” Als door de bliksem getroffen houdt de wolf in en nogmaals roept Franciscus met zijn warme stem: “broeder wolf, kom bij me, maar ik gebied je, namens de heilige gehoorzaamheid, mij noch een ander kwaad te doen”. De wolf knikt met zijn kop en loopt rustig naar Franciscus toe, snuffelt aan zijn pij en gaat aan zijn voeten liggen. Franciscus bukt zich en streelt de wolf over zijn kop en zegt:”Broeder wolf, je hebt je afschuwelijk misdragen en je vergrepen aan Gods schepselen, dieren zowel als mensen. Hiervoor verdien je de doodstraf; alle mensen vervloeken en haten je. Maar als jij bereid bent vrede te sluiten en die te bewaren, beloof ik dat de bewoners van Gubbio je zullen vergeven en je levenslang van voedsel zullen voorzien, zodat je geen honger meer hoeft te lijden. Kun je daarmee instemmen? De wolf schudt zijn kop: “poot erop”en de wolf legt zijn poot in de rechterhand van Franciscus, die daarna rustig met de wolf aan zijn zij richting de stadspoort loopt, de bevolking ontzet en verbaasd achter hen aan. Op het marktplein legt Franciscus nogmaals de afspraak aan de burgers en de wolf voor en beiden gaan akkoord; de wolf legt opnieuw zijn poot in de hand van Franciscus.
Deze houdt nog een preek over de hongerige wolf, die in ieder mens aanwezig is, als hij zich ten koste van anderen wil verrijken. Daarom is het beter dat zij berouw tonen en zich weer tot God bekeren. Franciscus blijft nederig, wordt niet hoogmoedig door zijn succes en slaat zich niet op de borst. De wolf leeft nog twee jaar en herinnert de bevolking aan de deugd en heiligheid van Franciscus.

Vol vreugde bezingt hij de grootsheid en schoonheid van Gods schepping.
Ziet al het geschapene als broeders en zusters en spreekt hen ook zo toe; mensen,dieren,planten,elementen,mineralen en wat al niet meer. De mens is niet de heerser over, maar draagt zorg vóór al het geschapene. Niet met grote woorden, maar door er naar te leven, te doen. Door zijn minimale levensbehoeften heeft Franciscus een zeer kleine “voetafdruk “op aarde achter gelaten. Hij is tot beschermer/patroon van de ecologen uitgeroepen. Zijn voetspoor is groots, geeft ruimte aan iedereen.
Een weg, die veel van hem heeft gevraagd; innerlijke strijd, twijfel en teleurstelling, maar zoveel meer heeft gegeven en daardoor alleszins de moeite waard is om te volgen.

Tot slot een vraag aan ieder van ons.
Durven wij los te laten?
Durven wij los te laten, die “hongerige wolf” in onszelf met zijn hang naar geld, goed en aanzien, die ons vervreemdt van onszelf, de ander, het goede, God. Zien we in de leegte, die daarop volgt een kans om tot gebed te komen en Gods hulp te vragen bij hoe het nu verder moet? Durven wij erop te vertrouwen, dat we, net als de trapezewerker, opgevangen zullen worden en dat we de ruimte, die ontstaat als levengevend beschouwen voor onszelf en de ander? Mogen deze woorden ons tot nadenken aanzetten.
Vrede en alle goeds!

Voor meer informatie zie de volgende websites:
http://www.ofsnederland.nl/1/Home.html

http://www.protestant.nl/actueel/leiders-kijk-eens-de-spiegel-van-franciscus

http://www.uitgeverijtenhave.nl/jaap-lodewijks-als-het-wassen-van-andermans-voeten.html

http://www.franciscaansleiderschap.nl

 

Paul van der Meché, dierenarts, vertelt dat hij in zijn werk vaak te maken krijgt met twee patiënten: het huisdier en het baasje.
Beiden krijgen aandacht van hem. Hij geeft ontroerende voorbeelden van de sterke band die veel mensen hebben met hun huisdier. Vooral met een hond is die heel sterk.

Ook pianiste, Pieta Broerse, luistert belangstellend en speelt daarna mooie, meditatieve muziek van Mendelssohn.

 

 

Op iedere tafel stond een brandende  regenboogkaars van de actie “Help mee aan de realisatie van een Stilteruimte in het Wilhelmina Ziekenhuis”

en een boeket, gemaakt door de bloemencommissie van de Zuiderkerk.

Er werd gevraagd aan de groepjes rond de tafels om te bedenken wie blij gemaakt konden worden met de verschillende boeketten.
Op het bijbehorende kaartje werd een groet geschreven.

 

 

 

 

 

Mischa van Huijstee, stadsdichter Assen aan het woord:
Ik praat met dieren. Of ik me wel lekker voel? Jazeker, ik kan het iedereen zelfs aanbevelen. Probeer het eens zou ik zeggen.

Loop door je tuin en het eerste het beste beest spreek je aan. Doe het in het begin niet te luid, het is namelijk nodig om enige gêne te overwinnen. Gaande weg krijg je vast meer vertrouwen en kun je het volume opschroeven. Je zult ook merken dat de gesprekken steeds soepeler verlopen. In eerste instantie kijk je raar op als de meeste beesten niks terug zeggen. Laat je daardoor niet afschrikken, zo’n beestje kan het ook niet helpen. Hij of zij hoort met een andere frequentie en praat ook op een ander niveau.

Voor de gevorderde metbeestenpraatjesmaker zijn er grenzeloze mogelijkheden. Katten zijn een gewillige gesprekspartner, bovendien zeggen ze wel wat terug. Met hen voer ik eindeloze discussies, het is verbazend hoe onderhoudend ze kunnen spreken over eten. Slakken praten ook graag over eten. Ik ga altijd vlak naast ze staan, ze hebben immers kleine oortjes en spreek met ze af dat wie het eerste bij de krop sla is hem op mag eten, dan tel ik tot drie en meestal win ik het dan. Bij sommige beesten heb ik niet zo’n zin in een goed gesprek, dan begin ik gelijk te schelden: vuile vlieg, gore mug! Dat geeft hen de gelegenheid om op te krassen en mij de goede gemoedstoestand om ze neer te meppen. Voor de lange reis naar het hiernamaals geef ik ze nog een stichtelijke boodschap mee: Wie niet horen wil moet maar voelen!

En als we het dan toch over het hiernamaals hebben dan zal ik u een sterk staaltje van een ver gevorderde metbeestenpraatjesmaker laten horen. Het is een gedicht, geschreven door een overleden hond en gericht aan zijn baasjes. Brenda is zijn vroegere speelkameraadje die al eerder dood ging. In de aanhef van de brief laat hij al een vertrouwd geluid horen.

Woef

Ik schrijf een klein berichtje uit het hondenparadijs
om jullie, trouwe baasjes, te bedanken en gerust te stellen.
Ze hebben hier ook koekjes, egeltjes en hondenijs.
Het is als op de Polle, maar dan zonder die gezwellen.

Ik ruik weer als een jonge hond, als in mijn jonge jaren
en alles doet het weer, ik heb potentie voor een hond of vier.
Dat komt goed uit, met hemelteefjes kun je eeuwig paren:
ik struikel dikwijls over loopse teckels van plezier.

De leukste stond me op te wachten bij de hemelpoort.
De lieve schat had zich tot in de puntjes voorbereid.
Ze had vermoedelijk al van mijn wederkomst gehoord
en lag verleidelijk met krulstaart voor de poort gevleid.

Er was geen sprake van een hellehond of cerberus,
er was alleen de goddelijkste uit mijn aardse leven,
Ze nam me in haar voorpootjes en gaf een natte kus,
mijn teer beminde Brenda, de zoetste teef van alle teven.

Woef,
Mi(s)cha

Of ik de beesten lief heb?
Jazeker, het zijn namelijk vaak net zulke praatjesmakers als ik.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.
Verplichte velden:*